Dat essay over Josse de Haan kan dan mooi in het transklassenummer van nY (voorjaar 2026, samenstelling Nadia de Vries en ik), waarvoor ik een uitnodiging geschreven heb vandaag. Samen met Trinus Riemersma, wiens De Reade Boarre ik in de herfst en winter maar eens in zijn geheel moet doorworstelen. Met twee Friese auteurs kun je in een taalgebied van dergelijke omvang toch eigenlijk al van een traditie spreken en dan heb je dus een minderheidstalige autofictie van eigen bodem. Wat wil je nog meer. Hoewel er nog nog wel een derde auteur bij zou mogen eigenlijk. Maar wie? Ypk fan der Fear/Ella Wassenaer? Over wie, zie ik nu al googelend, een boek verschijnt dit najaar bij nota bene Pelckmans? ‘In 1959 verscheen de dichtbundel Reade Runen [Rode Runen] van Ella Wassenaer. Een wervelend werk dat thema’s als vrouwelijkheid, religie en erotiek in een vernieuwende vorm tot een literair kookpunt brengt. Een schot in de roos tijdens de hoogtijdagen van de Vijftigers? Nee, want ze schreef in het Fries en was een vrouw. Geen ticket naar de canon dus. Vijfenzestig jaar later herontdekken vier jonge makers en vier essayisten dit zinderende werk en brengen het opnieuw tot leven. Reade Runen verschijnt opnieuw, ditmaal in een eigentijdse Nederlandse vertaling en verrijkt met literaire teksten en verdiepende essays. Een verrassende en overrompelende leeservaring!’ De Vlamingen redden de Friezen van de vergetelheid.
Discussion about this post
No posts