080223
Ik droom dat ik een notitieboek kwijtraak in San Francisco en word in een crisis gestort. Ik herinner me vlak voor mijn vertrek uit die stad, waarnaartoe weet ik niet, waar ik het heb achtergelaten. Ik weet welk notitieboek het is, het is van een ongeschreven boek dat in die stad speelt en een motto draagt van Lauren Berlant. Mijn vader brengt me ernaartoe, op een weg die over een van de heuvels van de stad slingert. Ik bevind me in een bioscoopzaal, het is donker en de stoelen zijn overtrokken met rood velours. Ik vind het boek terug. Het blijkt alleen verloren gewaand. En wanneer ik het vind, spoelt de tijd terug naar het moment van verlies. De man die naast mij zit is een vage kennis, maar ik kan hem niet thuisbrengen en we spreken kort, onduidelijk is waarover, terwijl we de zaal verlaten en ik wakker word. /// Het ‘interregnum’ tussen de Val van de Muur en de Val van de Torens: onbevredigend, want zuiver temporeel raamwerk. Is het niet juister om dit interregnum te beschrijven als uitvloeisel van een lange contrarevolutie, een revolutie tegen de revolutie? Die ook steeds maar weer verzet opwekt. Ben ik dan toch een intellectuele optimist? /// Waar de Europese literatuur zich als gevolg van de Grote Oorlog door een grote maatschappelijke dynamiek kenmerkt, moeten schrijvers in Nederland al hun geestelijke energieën monsteren om zich te ontworstelen aan het “inerte eigen protestantse, katholieke of liberalistische verleden”, zoals Annie Romein-Verschoor de interbellumjaren heeft gekarakteriseerd. Het gezapige Nederland stond deels buiten de Europese verhoudingen: een sterke en oude burgerij, geen aristocratische klasse van grootgrondbezitters en een zwakke arbeidersbeweging. Daarom is de poëzie van Vijftig bovenal een inhaalslag, die al snel ingekapseld wordt in het niet zozeer restauratieve Nederland van de jaren vijftig, maar het indammend en verend opvangend moderniserende Nederland: het resultaat een ‘modernisme van de alledaagsheid’ zoals Kees Ouwens het rouwmoedig noemde, die een literair equivalent zal vinden in de poëzie van Zestigers als Vaandrager, Schippers en Verhagen. Je kunt de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw maatschappelijk lezen door de manier in kaart te brengen waarop zij zich verhoudt tot, ruimte vrij wil spelen tussen de verschillende planningsideologieën die technocraten hebben willen opleggen. /// Victor Serge, Mémoires d’un revolutionnaire is binnengekomen. Mijn nieuwe bedlektüre. ‘Dès avant même de sortir de l’enfance, il me semble qu j’eus, très net, ce sentiment qui devait me dominer pendant toute la première partie de ma vie: celui de vivre dans un monde sans évasion possible où il ne restait qu’à se battre pour une évasion impossible.’ Verder wel een goede romandag, nu zorgen dat het niet koud wordt onder mijn handen. /// Risotto, met tomaat.