081022
Vannacht was er in Wirdum (gem. Eemsdelta) een beving van 3,1 op de schaal van Richter. Het was de krachtigste aardbeving in elf maanden. “Groningers zijn helaas gewend aan aardbevingen, het is een soort tweede natuur”, zegt een woordvoerder van de Veiligheidsregio tegen het ANP. Lukács’ grote bijdrage aan Marx’ theorie van de vervreemding van de mens van de natuur kwam voort uit diens erkenning van deze mysterieuze “quasi-objectiviteit” die sociale relaties leken aan te nemen. Het was alsof burgerlijke sociale relaties, door de vervreemding van de waren van hun voortbrengers en hun daaropvolgende circulatie in de maatschappij, een soort tweede natuur werden. Eddy Rensewijn kan het niet anders zeggen: ‘We schrokken ons de blubber.’ Om zes uur werd de Krimbrug, het symbool van de Russische annexatie van het schiereiland en een infrastructureel prestigeproject van het Kremlin, opgeblazen. Op beelden is te zien dat een stuk van de rijbaan is weggeslagen. Een ontplofte vrachtwagen zou de oorzaak zijn; er wordt niet vanuit gegaan dat de brand een ongeval is. Vijf Nederlandse bedrijven werkten in weerwil van sancties mee aan de constructie van de brug naar de illegaal geannexeerde Krim: ‘Dieseko Group, CAPE Holland, Dematic Equipment B.V., Allpacks International B.V., en Allnamics Pile Testing Experts B.V.’ /// Aardappelen opgezet voor gnocchi, brood uit de vriezer gehaald. Ik ben nog altijd van onderwerp naar onderwerp aan het fladderen, ga te hooi en te gras te werk. Ik voel dat het tijd is om me te concentreren en een hiërarchisering in mijn taken aan te brengen. /// “À l’hypermarché Leclerc, au milieu des courses, j’entends Voyage. Je me demande si mon émotion, mon plaisir, cette angoisse que la chanson finisse, ont quelque chose de commun avec l’impression violente que m’ont faite des livres, comme Le bel été de Pavese, ou Sanctuaire. L’émotion provoquée par la chanson de Desireless est aiguë, presque douloureuse, une insatisfaction que la répétition ne comble pas (autrefois j’écoutais un disque trois, cinq, dix fois de suite, attendant une chose qui n’arrivait jamais). Il y a plus de délivrance dans un livre, d’échappée, de résolution du desir. On ne sort pas du désir dans la chanson (où les paroles comptent très peu, seule la mélodie, ainsi je ne comprenais rien des Platters, des Beatles. Ni lieux, ni scènes, ni personnes, rien que soi-même et son désir.'“ (Ernaux, Journal de dehors, 62-63). Het werk van Ernaux is een reconstructie van een hele levenscontext, via vluchtige, vaak zijdelingse tekens (de hypermarché, reclame, omgangsvormen, taalgebruik), ergens tussen geschiedenis en het einde daarvan in, tussen geheugen, het overschot daarvan en amnesie. Een ruimte die wij ook ook zonder Franse referenties bewonen. /// Vruchtbare middag, waarin ik enkele ideeën die me de afgelopen steeds voorbij drijven kon grijpen en op papier wist te krijgen; over neerlandofonie, tegenopenbaarheid. Dus: de verlate aankomst (en dan nog ‘vergezocht’) van een specifieke neerlandofone postkoloniale studie is zelf een symptoom van de verschuivingen die het postkoloniale ondergaat in het postmoderne tijdperk - en van de onuitwisselbaarheid van de voormalige koloniale machten die ieder tijdens de kolonisatie en de dekolonisatie heel andere ervaringen, invloedssferen en wegen naar de toekomst hebben nagelaten. (…) Een abstract model van de ‘opkomst’ en ‘verval’ op de golven van internationale intellectuele trends, waar Nederland dan op hoogst eigen wijze op aangesloten raakt of juist van ontkoppelt, zal de klus niet klaren. Die eb en vloed van ideeën moet zelf verklaard worden. (…) De populariteit van dekolonisatie, begrepen niet als een staatkundig, politiek-economisch proces van ontvlechting, maar als een in de eerste plaats rituele belijdenis van toebehoren, op het vlak van identiteit en representatie, heeft nogal wat politieke implicaties. (…) De toestroom van postkoloniale subjecten was relatief gering en vreedzaam. Zij die kwamen werden geïntegreerd, wat niet wil zeggen dat die integratie probleemloos, restloos of complexloos verliep. Maar een geracialiseerde onderklasse en gepolitiseerde intelligentsia ontstonden hier niet of nauwelijks. Uiteraard wil dat niet zeggen dat er geen sprake was van racisme, integendeel…een speciale Nederlandse verdraagzaamheid was een van de erfenissen van het geloof van de ‘goede kolonisator’ en de ethische politiek. /// Lidy van Marissing en tegenopenbaarheid. Een poging om een conceptueel kader te creëren dat niet in de val trapt om dit werk tot ‘politieke literatuur’ te verklaren die vervolgens flauwweg politiek mislukt. Toen Ontbinding in 1972 verscheen was dat niet op het hoogtepunt van de nieuwe linkse golf, maar juist midden in een moment van recompositie. Terugkijkend zien wij een plateau, daar waar het landschap in feite een van pieken en dalen was die elkaar opvolgden. Een reconstructie van de hele levenscontext kan dit verhelderen. Zo verscheen in 1972 niet alleen Ontbinding maar ook de uitkomsten van de Werkgroep Perskonsentratie, waar Van Marissing lid van was. De uitgever was de Socialistische Uitgeverij Nijmegen (SUN). De geschiedenis van deze werkgroep is, juist met het oog op deze reconstructie, te interessant om niet te reveleren. Voortgekomen uit de studentenbeweging en groepen van kritische journalisten was het bij uitstek een product van een klimaat van nieuw links en de democratiserende wind die door de maatschappij was gaan waaien. De ontbinding van de oude zuilen had een klimaat geschapen waarin het mogelijk was om definitief af te rekenen met de restanten van het oude corporatistische compromis tussen socialisten en katholieken van een maatschappelijke ordening door middel van planning van bovenaf, ten gunste van een radicalere democratisering van macht en middelen van onderop. Tegelijkertijd effende het wegvallen van de zuilen het pad van liberalisering, zoals de concentratie van steeds meer uitgaves in handen van kapitalistische ondernemingen aantoonde. Dit vormde een bedreiging voor de publieke sfeer. Een tegenkracht was nodig. Op het snijvlak van deze organisatie van arbeiders, een erfenis van de militante jaren zestig, en de interesse in alternatieve media ontstond de ‘tegenopenbaarheid’, een licht anachronistische ‘proletarische publieke sfeer’ waarbinnen uiteindelijk een gamma aan strijden, van vrouwenstrijd en de strijd van homo’s en lesbiennes tot vredesbeweging en ecologie, zijn eisen kon veralgemenen. De aantrekkingskracht van deze tegenopenbaarheid was begrijpelijk, gezien de nevelige, precaire articulatie van de relatie tussen het politieke en het sociale in die jaren van overgang, waarin geen duidelijk vehikel bestaat voor sociale transformatie, een periode die uiteindelijk (maar dat kon toen nog niet bevroed worden) zou uitmonden in een overwinning van het liberalisme dat de diverse publieken, zelfs de ‘tegenpublieken’, zou assimileren en instrumentaliseren voor zijn eigen agenda, zoals Oskar Negt en Alexander Kluge in hun eveneens in 1972 verschenen (…) /// BdR in de stad. Dagsluiter in Laboureur, aansluitend pita en Le Coq. Hij haalt in het licht van bovenstaande zeer terecht de dichters Pierre van Vollenhove en Wim de Vries aan, die inderdaad op het snijvlak van proletarische literatuur en proletarische publieke sfeer opereerden, door hun rol in de VARA-programma Van onderen. Tegelijkertijd zie je hier de dubbelzinnigheid van een omroepbestel dat pluriformiteit organiseert, waarin meer continuïteiten te ontdekken zijn met de oude corporatistische compromissen van weleer dan je zou willen. Verder tot de conclusie gekomen dat de Belgische revolutie het pad van natievorming dat zowel Nederland als België hebben bewandeld heeft doen afwijken van de meeste van hun Europese evenknieën, misschien op Zwitserland na. Een stelling die de komende tijd stand moet zien te houden. /// Bakje chips en een laatste glas wijn, voor ik aftaai. Morgen naar het Zoniënwoud.