Begonnen in Jahrestage. Als ik een spurtje doe, kan ik aansluiten bij de dag waar we nu zijn en het jaar uit het leven van Gesine Cresspahl meevolgen: 9 september 2023, zesenvijftig jaar later. Het boek beschrijft één jaar uit het leven van de Oost-Duitse Gesine Cresspahl, opgegroeid in de uithoek van Mecklenburg-Vorpommern, nu werkzaam bij een bank in New York. Haar dochter veramerikaniseert, zijzelf probeert zich staande te houden als ontwortelde door met afstandelijke betrokkenheid The New York Times te spellen op het wereldnieuws: Praagse Lente, burgerrechtenbeweging, de oorlog in Vietnam. Nu eerst naar de blokkade van de A12. /// We staan op het gras aan de zijkant. De sfeer is uitgelaten, het is snikheet: de bomen bieden schaduw, verkoeling. Na een uur of twee gaat het waterkanon aan en wordt er “you are not alone” gescandeerd. Nog een halfuur later wordt er omgeroepen dat er gaat worden gevorderd. Gejoel. Het is een tijd terug dat ik bij een demonstratie was. Het heeft iets van een kindvriendelijk festival – ik ben met J.S en zoon en J.W.A en gezin. We besluiten naar de wel vergunde support demo te gaan op het Malieveld. Daar zijn bandjes en standjes. Er is ook een grote watertank waar we onze flesjes kunnen bijvullen. Water zoals het gebruikt hoort te worden. Glarice Gargard houdt een lezing ondersteund door een Indiase trom. Het is een inmiddels behoorlijk afgekloven verhaal. De oproep om mensen van kleur en inheemse groepen in de klimaatdiscussie te centreren is natuurlijk op zichzelf niet zonder grond, voor zover het over concrete situaties gaat, maar in dit geval blijft het behoorlijk abstract en moralistisch. Het romantiseren van inheemse kennis als voorouderlijke wijsheid is vrij wijdverbreid in de klimaatbeweging, maar blijft vaak hangen in een mystiek-utopische mist en beneemt het zich op de concrete werkelijkheid van klimaatontwrichting. Als de ideologische mist optrekt, blijken er tal van slachtoffers van klimatschade te bestaan die niet passen in het sjabloon van de “meest gemarginaliseerd groepen”, maar net zo goed aandacht en zorg verdienen. Zulke kritiek leidt dus in de praktijk tot een particularisering van het klimaatprobleem, splijt coalities en dient, zo is mijn vrees, vooral om binnen sociale bewegingen aan spreekmacht te komen en die te behouden. Het is een voorbeeld van een politieke logica die uitgaat van een zero sum verdeling, waarbij aandacht een schaarse grondstof is die maar een keer kan worden gebruikt. Het is mogelijk om hier een exposé in te lassen over de digitale aandachtseconomie die een dergelijke logica heeft versterkt, maar ik wil nu de nadruk leggen op een ander aspect: dat van het symboliseren van ideeën, oftewel het vereenzelvigen van ideeën met iemands vermeende “groepsidentiteit”. Dit draagt het gevaar in zich dat ideeën niet langer kunnen worden blootgesteld aan kritiek of discussie zonder aan iemand identiteit te raken en daarmee bestaansrecht (of ook wel, en cynischer, iemands reputatie) en dat er voetstoots van wordt uitgegaan dat iemand spreekt namens een (groeps)identiteit. Politiek wordt dan een strijd met als inzet niet ideeën over maatschappelijke ordening, maar de controle over deze symbolische representaties. Dit lijkt me allemaal nogal benauwend en onvruchtbaar. Waarschijnlijk is het een uiting van een gebrek aan daadwerkelijke alternatieven dat politieke keuzes verdaagd worden naar de culturele arena of zich verplaatsen naar het terrein van de moraal. Het leidt in elk geval tot sociale en politieke fragmentatie die het vormen van effectieve coalities en meerderheden in de weg staat. /// Ik heb behoefte om even los te laten, me onder de mensen te begeven. Daarom vanavond met MvdG dansen in het vroegeavondprogramma (‘Vroeg zat’) tussen dertigers, veertigers en vijftigers in Tivoli. Met een ordinaire Budweiser in mijn hand stampen op klassiekers van twintig, dertig jaar geleden.
Discussion about this post
No posts